Ik schreef al eerder over prei, hoe onderschat het is als groente op zichzelf. Zo jammer, prei is heerlijk! Daarom nog maar eens een lekker, snel en simpel preireceptje met panir. Lees verder

Ik schreef al eerder over prei, hoe onderschat het is als groente op zichzelf. Zo jammer, prei is heerlijk! Daarom nog maar eens een lekker, snel en simpel preireceptje met panir. Lees verder
Prei. Dat spul wat standaard in de pastasaus gaat, en in de groentesoep. Maar wat mij betreft wordt het onderschat als groente op zich: prei is interessant genoeg om ook eens de hoofdrol te krijgen. Daarom vandaag: 7 dingen die je ook kunt doen met prei. En een recept.
Maar eerst: hoe maak je prei schoon. Want er wil nog wel eens zand in zitten. De meeste mensen snijden eerst de prei in ringetjes, en spoelen die dan af onder de kraan. Kan. Sure. Maar het kan ook makkelijker, en zonder dat je de lekkere smaakstofjes door de gootsteen wegspoelt.
Dat vraagt natuurlijk om een filmpje. De beste die ik vond was deze, Franstalig jammer genoeg:
(Ik heb geprobeerd om zelf een filmpje te maken, maar de techniek weigerde dienst…)
Maar wat kan je nou met prei? Behalve in ringetjes door de pastasaus?
Snij je prei in stukken van 5-10 cm, dunne prei wat langer, dikke prei in kortere stukken. Laat ‘m langzaam, op een zacht vuurtje, garen in wat boter of olie. Als je weinig tijd hebt kun je een scheutje water toevoegen: dat water verdampt waardoor de prei gaarstoomt, dat gaat iets vlotter. Bijkomend voordeel is dat je minder kans hebt op aanbranden.
Als de prei gaar is dan is hij zacht en zoet, met een milde uiensmaak. Breng op smaak met zout en een drupje citroensap. Peper mag (alles mag, duh) maar vind ik niet nodig. Ook lekker met vinaigrette met mosterd en tijm, en evt. een drupje honing. Op de foto met ingemaakte citroen en nigellazaad.
Als bij 1, maar zonder vet en met wat meer water. Je kunt natuurlijk ook een stoompan of stoommandje gebruiken, maar ik leg meestal de prei gewoon zo in de pan, in een bodempje water, een restje bouillon, of water met een scheutje wijn of citroensap. Geschikt als bijgerecht bij iets met een saus, vis in roomsaus bijvoorbeeld. Als de prei gaar is en er nog vocht in je stoompannetje zit, gooi dat dan niet weg maar gebruik het in je saus.
Gestoomde prei kun je ook eten als asperges, met gehakte peterselie, fijngesneden ei en Hollandaisesaus of geklaarde boter.
Kook dikke prei eerst voor, 5 minuutjes in gezouten water. Spoel af met koud water om verder gaar worden te voorkomen. Dunne preitjes kun je zo verwerken. Bestrijk de prei met wat olie, en grill in een hete grillpan of in de oven tot er mooie bruine blakerrandjes ontstaan. Hier een variatie voor op de barbecue. In het linkje vind je een recept voor romesco-saus van gegrilde paprika, ik combineer ‘m graag met een schijfje citroen, wat verkruimelde feta en chiliflakes.
Rauw en fijngesneden is prei lekker in een salade, een prima vervanger van ui of bosuitjes. Ik at het van de week met geraspte wortel, winterpostelein, pompoenpitten en rozijntjes. Gewone-menseneten voor doordeweeks.
Voor op een toastje is de combinatie met eieren en mayonaise klassiek. Schep geprakte gekookte eieren, fijngesneden prei, mayo en een lik mosterd door elkaar. Wil je ‘m iets lichter meng de mayonaise dan met wat kwark of yoghurt. Breng op smaak met zout en peper, of met andere zoute ingrediënten zoals kappertjes, ansjovis of hamsnippers (goeie ham van de slager, niet van die vieze natte kledderplakken). Zomers kun je bieslook gebruiken in plaats van prei, misschien wat komkommer toevoegen voor de frissigheid, en afmaken met komkommerkruidbloemetjes voor ’t mooi.
Prei is een standaardingrediënt in pastasaus met tomaat, maar combineert ook prima met saus op basis van zuivel. Of met pasta-pesto: daar schep ik graag wat extra groente door: broccoli, spinazie, venkel, of prei dus. En die pesto maak je natuurlijk snel even zelf, hier lees je een paar prachtige tips.
Aardappelpreisoep is een klassieker. Warm lekker, maar bij mooi weer koud ook fijn. Dit recept van Jamie Oliver is ongeveer hoe ik ‘m ook maak. Erg lekker met fliebers gerookte vis.
Een andere traditionele preisoep die ik vond is de Schotse cock-a-leekie, met soepkip, parelgort en gedroogde pruimen. (Ja, echt. Pruimen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit nog nooit gemaakt heb.)
Kort gebakken prei is ook prima bruikbaar als vulling voor van alles. Quiche (deze met kip bijvoorbeeld – als je het pie noemt is het nog hip ook), lekker snel in een dubbelgeklapte omelet of meegebakken in een frittata.
Of in de pannenkoeken dus. Ja, alweer. Een vrij ongewoon Koreaans recept dit keer: pannenkoeken met veel groente en een dip met sojasaus. Ik vond het in The CSA Cookbook van Linda Ly, die als Garden Betty een blog schrijft over koken en tuinieren.
Dit is typisch zo’n recept dat zich leent voor het leegmaken van de groentela. Het kan met prei, de versie van Linda Ly is met knoflookbieslook, en ik zie ‘m online ook met wortel, paprika en courgette. Ik maakte vorige zomer een versie met eetbare bloemen (en met geitenkaas ipv soja):
Mark Bittman geeft in De dikke vegetariër een recept met wortel, bosui en kimchi: pittige gefermenteerde Koreaanse zuurkool.
(Komt die ook eens op… kimchi is echt heel lekker, ik vind fermenteren leuk, en ik volgde er een fantastische workshop over bij de Groene Kookacademie onder de bezielende leiding van Peter van Berkel. Maar jammer genoeg gebeurt het eigenlijk best vaak dat de resultaten blijven staan totdat ze de grens met “verrot” definitief over zijn en een enkeltje composthoop krijgen. Dat geheel terzijde overigens, een onderwerp voor een andere keer…)
Je kunt in je comfort-zone blijven en een “gewoon” pannenkoekenbeslagje maken, van meel, eieren en melk. Linda Ly geeft een vegan versie met meel, water en zonnebloemolie, maar ik word niet zo blij van zonnebloemolie dus dat doe ik niet. (Verder is het een heerlijk kookboek hoor!) Voor wie helemaal toe is aan een experimentje, geen gluten blieft en/of meer peulvruchten in z’n dieet wil in dit Jaar van de boon, hier een recept van Mark Bittman met geweekte mungbonen:
Pureer de bonen, en maak van de bonen, eieren en het water een beslagje met de dikte van normaal pannenkoekenbeslag.
Tot slot: toen ik dit stukje schreef wilde “het meisje met de prei” niet uit mijn hoofd (NIET googlen als je het niet kent. Echt. Niet doen). Maar mijn noodkreet op het onvolprezen Twitter bracht snelle hulp in de vorm van Drs. P. Gelukkig.
De week is alweer bijna voorbij, maar op de valreep toch nog een weekmenu.
Het was een geen-zin-om-te-koken-dag. Maar omdat ik ook al geen zin had in boterhammen met pindakaas én peuter altijd erg gelukkig wordt van wieltjespasta (sinds kort te koop bij de Appie) ging ik toch maar aan de slag.
Gelukkig ging dit lekker snel: in de tijd die de pasta nodig heeft om gaar te koken was de rest klaar.
Zaterdag deden we weekboodschappen, kijk maar:
Langs de biologische tuinderij, de molen, een fruitkweker en een zuivelboerderij met heuse koeien (die nu allemaal in de wei liepen, maar toch). Het wordt steeds gewoner, we waren in een dik uur weer thuis. Met in de tas: melk, karnemelk, yoghurt, boter, kaas, eieren, stoofvlees, soepvlees, spekjes, prei, chinese kool, uien, wortels, oesterzwammen, andijvie (niet op de foto), boontjes, knolselderij, appels, nog meer appels, appelmoes-appels, peren, stoofperen, framboosjes, 5 kilo bloem, en 2,5 kilo volkorenmeel. Alles bij elkaar net geen zestig euro.
En toen hadden we honger, en werd het alweer wat snels: een roerbakje met glasnoedels, rundergehakt, kool, boontjes, oesterzwammen en cashewnoten. Veel stappen, maar het is niet meer dan twintig minuutjes werk.
De makreel moest op. Zo’n dag was het. En we hadden zin in pasta. Want ja, dat minder graan eten… da’s nog best moeilijk. Lees verder