Het is gelukt! Zelfgebakken zuurdesembrood, van een zelfgestartte starter. Hoera!

Het is een beetje over het randje, want het sperziebonenseizoen is toch echt wel voorbij ondertussen, maar ik wil dit recept graag nog even delen. Het is namelijk typisch zo’n gerecht waar je extra veel van maakt en dan twee keer van eet. En daar hou ik van, van zulke keukenefficiency.
Goed, komt-ie:
Laat je koekenpan heet worden, doe dan olie of boter in de pan. Bak de ui even aan. Hij hoeft niet bruin, hij hoeft niet zacht, maar laat ‘m net even bakken voor je de sperziebonen toevoegt. Dan dus de sperziebonen erbij, alweer: even laten meebakken. Dan kunnen de knoflook & de tomaten(saus) erbij. Zoveel tomaten dat de sperziebonen niet meer bakken maar stoven in het vocht.
Komijn erbij, een schepje. Of twee. Ik vind het lekker, dus ben er niet zuinig mee. Komijn kun je als poeder kopen, maar dat verliest vrij snel zijn geur. De hele zaadjes blijven duidelijk langer lekker. Even pletten in de vijzel, zodat de smaken goed loskomen, en dan bij de bonen.
Vuurtje laag, laten stoven tot de sperziebonen gaar zijn en er een mooi sausje ontstaat. Af en toe even controleren of er wat vocht bij moet (tomatensaus, water, bouillon, desnoods wei – net wat je hebt. En ik zal binnenkort eens een stukje schrijven over wei. Geweldig spul.)
Als de bonen gaar zijn op smaak brengen met zout en peper, en eventueel een scheutje azijn en wat extra olie. Eet ‘m warm, of koud. Zo, of gemengd met rauwkost (venkel combineert goed!) en/of een restje koude pasta en een lik mayo.
Ik heb een week echt eten gekookt, vers eten, van het seizoen, van het land, van dichtbij. Opgeschreven hoeveel werk dat nou eigenlijk was (viel mee) en hoeveel het allemaal kostte (viel ook mee). Maar hoe kijk ik daar nu op terug?
Ik zit nog steeds na te genieten van het Festival Echt Eten afgelopen zondag. Wat was het leuk! Zoveel aardige mensen gesproken, en lekker gekletst over eten en koken en lokale heerlijkheden en wat je allemaal zelf kunt maken.
Aan alle mensen die hun mailadres hebben achtergelaten en interesse hebben in de cursus of workshop Echt Eten: we gaan volgende week plannen maken. Mail volgt!
Mocht jij dit lezen, de vrouw die me vertelde over haar methode om zelf yoghurt te maken van verse melk: mijn eerste poging is helemaal geslaagd! De yoghurt was wat dun, maar ik heb ‘m uit laten lekken net als bij hangop, en nu is hij heerlijk. Zacht, romig, en mooi dik. Ik ga vandaag nog de volgende pot maken 🙂
De laatste dag alweer, van onze week echt eten. Groentesoep vandaag, op basis van zelfgetrokken paddenstoelenbouillon. Dat klinkt heel onschuldig, en het recept van Janneke Vreugdenhil is glashelder, maar met groentebouillons ben ik een tikkie uit mijn comfort-zone. Vleesbouillon is vooral een kwestie van goed vlees, en lang op een heel zacht pitje laten trekken. Daar kan weinig aan mis. Groentebouillon kan daadwerkelijk mislukken. Dat deed ‘ie niet, gelukkig – de soep was best lekker. Anders dan anders, maar best lekker.
Vandaag was de sambal op. Toen ik ‘s-ochtends in de toko stond met mijn favoriete soort in handen, zag ik tot mijn schrik dat daar drie verschillende conserveringmiddelen in gingen. Dat gaat niet, deze week. Zoals Michael Pollan zegt in zijn handleiding Echt Eten:
Mijd voedingsproducten die ingrediënten bevatten die een normaal mens niet in zijn provisiekast heeft staan.
Zelf maken dus. Het is gelukt, maar dat heb ik geweten. Capsicum-high! 🙂 Het bestaat echt!
Ik kook een week lang echt eten: vers, onbewerkt, direct van het land. En ik leer een boel! Vandaag is het dag 5, woensdag, en maak ik lasagne. En wat heb ik vandaag geleerd? Dat het lasagne is, en geen lasagna. En dat je kaassaus niet direct uit de koelkast moet willen verwerken. Dan heeft het namelijk de substantie van oud behangplaksel…
Ik had voor vandaag iets herfstigs in mijn hoofd. Gekookte aardappeltjes, gestoofde worteltjes & prei, stukje vlees, paddenstoelensaus erbij. Lekker gewoon eten. Maar toen werd het ineens weer zomer. Kortemouwenzonderjasweer. En kreeg ik zin in sla.
Vanmiddag kwam Erik de boodschappenkrat brengen. Dat was maar goed ook, want alles was op. En nu kan ik dus laten zien wat er hier in een week wordt weggekookt. Kijk: